Kennismaking met nieuwe melkcyclus ‘schokkend’

<b>Met 4,5 miljard euro bereikte de omzet van de zuivelindustrie in 2007 een nooit eerder geziene piek, ongeveer een vijfde hoger dan het jaar voordien. De export groeide met 23 procent tot 2,3 miljard euro. De uitvoer naar derde landen steeg zelfs met 73 procent tot ongeveer 400 miljoen euro. Maar wie hoog klimt, kan laag vallen. En dat valt vooral de boeren heel zwaar. Spreekbuis Renaat Debergh van de Belgische Confederatie van de Zuivelindustrie zalft de wonden.
</b>
De investeringen in de zuivelindustrie klommen vorig jaar naar een nieuw record van bijna 96 miljoen euro. Is dat een barometer voor de gezondheid van de zuivelbedrijven?
Renaat Debergh: Het is alleszins een belangrijk signaal voor de melkveehouders. De zuivelbedrijven geloven volop in de toekomst en de mogelijkheden om in ons land melk te verwerken, ook na de afschaffing van de melkquota in 2015. Dat klinkt misschien vanzelfsprekend, maar anderzijds stel ik vast dat in Ierland twee jaar geleden de laatste suikerfabriek is dichtgegaan. In eigen land moet het Agri Investment Fund van Boerenbond Iscal Sugar ter hulp snellen om de bietenproductie aan de gang te houden. Zover is het gelukkig dus nog niet gekomen in de melkveehouderij, ook al zijn er de jongste jaren wel wat sites dichtgegaan.

In Nederland fuseren Campina en Friesland Foods. Is onze zuivelsector op termijn niet te versnipperd om stand te houden in een geliberaliseerde markt?
Coöperaties worden opgericht om zoveel mogelijk marktmacht te creëren, en dus is het niet onlogisch dat Campina en Friesland Foods van oordeel zijn dat ze samen sterker staan. Het klopt dat onze Belgische bedrijven een pak kleiner zijn, maar daarom worden ze nog niet weggeduwd uit de markt. Integendeel, onder grote olifanten is er juist heel veel speelruimte waar anderen van kunnen profiteren. Anderzijds ben ik ervan overtuigd dat we de laatste fusie in de zuivelbranche nog niet meegemaakt hebben. Duitsland heeft nog meer dan honderd zuivelbedrijven, daar is veel werk aan de winkel. Bij ons zal er tussen de bedrijven van Belgische origine ook nog wel wat bewegen. Niet zo lang geleden werd de Antwerpse Kaascentrale overgenomen door Dupont en Campina heeft de kaasmakerij in Passendale verkocht aan Bongrain. Men zit dus niet stil. De internationale zuivelbedrijven die in ons land actief zijn, leken zich wat gesetteld te hebben, maar dan maakten plots Campina en Friesland Foods hun fusieplannen bekend. Vraag me dus niet welke verschuivingen er nog op til zijn. De bedrijven komen hun ambities heus niet opbiechten bij mij.

De voorbije anderhalf jaar heeft de melkveesector grote schokgolven meegemaakt: de wereldmarktprijs voor melkpoeder steeg van 2.300 naar 5.300 dollar per ton om daarna weer te dalen naar 3.200 dollar. Waarom waren die schommelingen op de wereldmarkt zo hevig?
We hebben ongetwijfeld een unieke samenloop van omstandigheden meegemaakt. De combinatie van een stijgende wereldvraag, een sputterende melkproductie in Europa en de droogte in Australië heeft voor een zware schok gezorgd. Vergeet ook niet dat Europa een jaar geleden de interne steun en exportsubsidies op nul gezet heeft. Een aantal verwerkers beseften te laat dat er geen voorraden meer zijn en hebben wat gepanikeerd, sommigen hadden zich te weinig ingedekt omdat ze ervan uitgingen dat de prijzen alleen maar konden dalen. De komende jaren zullen de prijsschommelingen elkaar opvolgen, maar ik verwacht niet dat ze zo hevig zullen zijn als diegene die we nu meegemaakt hebben. Dit was echt uitzonderlijk.

De hoge prijzen zijn de voorbije maanden ook weer pijlsnel gedaald. Waaraan was dat te wijten?
De beste remedie tegen hoge prijzen zijn hoge prijzen, hé. De Amerikanen hebben hun productie opgevoerd, net zoals de Duitsers en de Fransen. In bepaalde regio’s van Frankrijk is men erin geslaagd om gedurende de eerste drie maanden van het jaar twintig procent meer melk te produceren. Door hun systeem van interprofessionele prijsonderhandeling kregen de melkveehouders er pas met maanden vertraging hogere melkprijzen uitbetaald en bovendien lagen de Fransen hopeloos achter op het toegestane productiequotum. De combinatie van die factoren heeft ervoor gezorgd dat onze zuiderburen in volle winterperiode meer melk produceerden dan de traditionele piekperiode in mei. Men moest er halsoverkop op zoek naar extra vrachtwagens en chauffeurs om alle melk te kunnen ophalen. Je moet mij niet meer komen vertellen dat de sector een zware tanker is die nauwelijks op marktprikkels kan inspelen. En als de prijzen slecht zijn, moet de omgekeerde beweging toch ook mogelijk zijn?

We waren de elementen aan het overlopen die bijgedragen hebben tot de sterke prijsdalingÂ…
Er was ook nog de verzwakking van de dollar. En door hoge prijzen krijg je onvermijdelijk vraaguitval. Sommige afnemers in derde landen haakten af, roomijsfabrikanten schakelden over op margarine en voor de productie van kalveren gingen veevoederfabrikanten meer plantaardige eiwitten gebruiken. Komt daarbij dat we voor het eerst in veertig jaar niet meer gesubsidieerd worden en dus niet meer over exportrestituties beschikten. Dat is op zich een goeie zaak, maar het is wel een flinke brok om in één klap te verteren. Enkele jaren geleden werd nog één liter op de vijf gesubsidieerd.

De huidige prijs van ongeveer 3.200 euro per ton melkpoeder is nog altijd een eind boven de 2.300 euro van september 2006.
Dat wordt wel eens vergeten, maar we zijn dus niet terug naar af, hé. Ik verwacht dat de prijzen de komende jaren zullen fluctueren rond een opwaartse trend. We krijgen af te rekenen met een prijzencyclus die we nog moeten leren kennen. Zal één cyclus een jaar duren, of misschien langer? Daar hebben we op dit ogenblik geen zicht op.

Moeten een aantal opgedoekte vangnetten in het Europees landbouwbeleid weer opgevist worden?
De exportsubsidies zijn een gelopen koers, we kunnen het niet meer maken om gesubsidieerde producten op andere markten te dumpen. Maar dat betekent niet dat plots alle instrumenten overboord moeten gegooid worden. Voor caseïne en patisserie hebben we geen steun nodig, maar dat is wel nog altijd het geval voor bijvoorbeeld melkvet en boter. De Europese Commissie wil op het vlak van eiwitten steunmaatregelen behouden die we niet nodig hebben, terwijl een bodem in de markt dus wel absoluut noodzakelijk is voor melk- en botervet. Zo’n ingreep vermijdt speculatie in het geval van slechte prijzen. We vragen om een duidelijk interventiemechanisme, aangevuld met een systeem van private opslag voor boter.

Gaan de zuivelprijzen de komende maanden weer stijgen?
Dat weet je nooit honderd procent zeker, maar we vermoeden dat dit het geval zal zijn. Eerst is de prijs van weipoeder weer gestegen, daarna die van magere melkpoeder. De prijzen van boter en volle melkpoeder hebben zich dan weer gestabiliseerd. Maar hou er rekening mee dat de producentenprijzen altijd wat achterlopen op de prijzen van de wereldmarkt. Binnen maximaal drie maanden zal de melkprijs aan de boer allicht zijn bodem bereikt hebben, hopelijk blijft de markt intussen aantrekken.

Zijn daar concrete aanwijzingen voor?
De stijging van de melkproductie in Duitsland en Frankrijk is weggevallen, waardoor de Europese melkproductie weer teruggezakt is naar het niveau van vorig jaar. En dit keer is er droogte in Nieuw-Zeeland. Als er niet veel voorraden zijn, heeft een markt niet veel nodig om een kentering te ondergaan. Als Wal-Mart beslist om geen melk af te nemen van koeien die behandeld zijn met groeihormonen , dan heeft dat een impact op de zuivelmarkt.

Bent u geschrokken van de melkacties van de boeren in Wallonië en de buurlanden?
Geen klein beetje. Drie jaar geleden waren de prijzen veel lager en toen reageerde niemand. Vorig jaar hebben de melkveehouders extra zuurstof gekregen, en dus snappen we niet waarom het protest plots zo’n drastische vormen aanneemt. In de Oostkantons is men blijkbaar niet vertrouwd met de werking van de markt. En sommigen zijn door de prijsstijgingen misschien dingen gaan dromen die weinig realistisch zijn. We hebben gesprekken gevoerd met een aantal melkstakers en daaruit is gebleken dat die mensen niet goed op de hoogte zijn van de marktwerking en van de impact van het hervormde zuivelbeleid. Onze Duitstalige landgenoten worden zeer eenzijdig geïnformeerd door de boerenorganisatie BDM. Als alternatief voor de huidige gang van zaken stellen ze een Milk Board voor die geleid wordt door boeren en die de melkprijzen vastlegt voor drie maanden. De belangrijkste les die we geleerd hebben, is dat de zuivelbedrijven meer inspanningen moeten leveren om aan hun leden uit te leggen hoe en waarom de markt schommelt. Door de liberalisering is dat meer dan ooit een noodzaak.

In de Oostkantons zou één zuivelfabriek concrete toegevingen gedaan hebben aan de protesterende boeren. Klopt dat?
Dat moet ik formeel ontkennen. Op het vlak van melkprijzen is er geen enkele toegeving gedaan. Walhorn heeft wel een intentieverklaring ondertekend waarin het belang van een duurzame melkprijs onderstreept wordt. Maar dat is nog iets anders dan beloven dat een producentenprijs van 43 eurocent per liter zal uitbetaald worden, hé.

Sommige landbouworganisaties blijven aandringen op interprofessionele prijsonderhandelingen. Waarom is dat per definitie een nefast systeem?
Zelfs de Waalse landbouworganisatie FWA heeft intussen ingezien dat prijsafspraken niet werken. Met zoÂ’n systeem hol je voortdurend achter de markt en de feiten aan. Door melkprijzen pas te laten stijgen wanneer de prijzen op de wereldmarkt alweer in dalende lijn gaan, worden alleen maar averechtse signalen uitgestuurd. Eigenlijk is dat een ronduit pervers systeem. In Frankrijk werden de prijsafspraken vorige maand trouwens nog aan banden gelegd door de kartelinstanties.

Veel boeren willen een prijs kennen vooraleer ze hun melk leveren. Eigenlijk is dat toch niet veel gevraagd?
Ik wil daar desnoods over discussiëren, maar veel zoden zal dat niet aan de dijk brengen. Als de zuivelfabrieken nog voor de levering een definitieve melkprijs moeten bepalen, zal die in eerste instantie de neiging vertonen om wat te zakken. De verwerkers zullen zich op die manier willen indekken tegen een aantal onzekerheden. Hadden we in maart en april van vorig jaar op voorhand een vaste prijs bepaald, dan was dat zeker niet in het voordeel van de boeren geweest. Er zijn daarnaast ook een aantal technische redenen waarom de eindprijs pas na de levering wordt vastgelegd. Zo kopen de zuivelfabrieken wel melk, maar pas achteraf kennen ze de inhoud aan vet en eiwit. En in een coöperatie is het nu eenmaal gebruikelijk om maandresultaten af te wachten zodat een maximaal deel van de inkomsten kan doorgestort worden aan de leden.

De roep naar meer prijstransparantie neemt toe, ook in politieke krijgen. Straks zal Van Quickenborne allicht ook aan de deur van de zuivelindustrie aankloppen.
Het verbaast me dat dit thema blijft opspelen. Zestig procent van onze melk wordt immers verwerkt door coöperaties. Daar gebeurt de prijsbepaling door raden van bestuur die samengesteld zijn uit melkveehouders. Doorgaans communiceren die coöperatieve melkerijen heel uitvoerig met hun leden. Bovendien is de communicatie over de melkprijs ook nog eens wettelijk geregeld. Op de afrekening moeten een dozijn elementen vermeld staan. Uitgerekend een aantal nieuwe kopers die vorig jaar surften op de golven van de spotmarkt, waren aanvankelijk niet in orde met deze wetgeving.

De zuivelindustrie voelt zich in de discussie over prijstransparantie dus niet aangesproken?
De werkgroep die minister Van Quickenborne in het leven geroepen heeft in de nasleep van de melkacties is intussen een eerste keer samengekomen. Toen heeft men ons meegedeeld dat uit voorlopige onderzoeksresultaten van de FOD Economie blijkt dat er geen sprake is van misbruiken in onze sector. De klassieke prijsmechanismen blijken te werken zoals het hoort, en eerlijk gezegd had ik ook geen andere uitkomst verwacht. Recent heb ik me behoorlijk opgewonden over uitlatingen van Fedis. De inkoopprijs van de distributiesector zou met vijftig procent gestegen zijn, maar men is vergeten erbij te vermelden dat die prijsstijging enkel gold voor consumptiemelk, slechts een aantal maanden heeft geduurd en dat de prijzen ondertussen weer gedaald zijn. De federatie beweert ook dat de supermarktketens de prijs in de winkelrekken slechts met twintig procent verhoogd zouden hebben. Maar de melk onder private label, die het grootste deel van de melkplas vertegenwoordigt, heeft een gemiddelde stijging gekend van 44 naar 62 eurocent. Dat is een toename van 41 procent. Ik betreur dat Fedis zeer tendentieuze informatie de wereld heeft ingestuurd. Die mensen hebben zich daar overigens al voor verontschuldigd. En dan wil ik er ook nog aan toevoegen dat de zuivelindustrie zeker niet de meest winstgevende tak is in de voedingsindustrie. Uit een studie van enkele jaren geleden bleek dat de brouwers en suikerfabrieken de kroon spannen, terwijl de melkerijen zich op het vlak van rendabiliteit eerder achteraan in het peloton situeren, ergens in de buurt van de slachthuizen.

De boeren zouden in de toekomst graag hun kosten doorrekenen naar analogie met de brandstoftaks die luchtvaartmaatschappijen hanteren. Is zoiets realistisch?
Als het een troost mag zijn: ook wij kunnen geen toeslagen doorrekenen. Dat is de simpele wet van de marktmacht. Die is klein bij boeren en niet zoveel groter bij de zuivelindustrie. Ik geloof echter niet in doemscenario’s. Op korte termijn zal een nieuw marktevenwicht ontstaan waarbij de prijs rekening houdt met gestegen kosten. Maar die kosten zomaar doorrekenen aan afnemers? Zeer weinig ondernemingen zijn daartoe in staat, iedereen moet zich aanpassen aan het spel van vraag en aanbod. We moeten ons trouwens ook durven afvragen waarom de energiekosten zo sterk stijgen. De groei in de BRIC-landen is hiervoor verantwoordelijk, en die groei creëert op haar beurt welvaart en koopkracht. De gunstige vooruitzichten op de zuivelmarkt zijn hieraan te danken. De stijgende energieprijzen zijn van structurele aard en dus is het een kwestie dat ook de boeren hiermee leren omgaan. De zuivelindustrie heeft de voorbije jaren zwaar geïnvesteerd in energiebesparende maatregelen. Ik merk dat sommige landbouwers experimenteren met nieuwe technieken om hun akkers te ploegen, of zelfs helemaal niet meer te ploegen. En er is ook een positieve kant aan de hoge energieprijzen: voor de rest van de wereld is het flink duurder geworden om zuivelproducten te transporteren naar de Europese markt.

Het zal ongetwijfeld kloppen dat de melkveehouders moeten wennen aan schommelende marktprijzen. Maar intussen dreigen de spanningen tussen zuivelfabrieken en melkveehouders steeds hoger op te lopen.?
Ach, je mag dat ook niet overdrijven. Vorig jaar heeft 1 à 1,5 procent van de boeren zijn afnemer de rug toegekeerd. Eigenlijk is dat een normaal cijfer. De essentie is dat de melkveehouders dankzij het Europees landbouwbeleid veertig jaar lang stabiele markten gekend hebben, en die zijn er nu plots niet meer. De ongerustheid valt dus perfect te begrijpen. We moeten vooral ons best doen om de landbouwers permanent te informeren, niet alleen in crisismomenten. Allicht zal ook het overleg met de landbouworganisaties geïntensifieerd worden. Op het vlak van de kwaliteitsborging hebben we eerder al uitstekend samengewerkt.

Hoe goed presteren onze zuivelbedrijven op het vlak van de uitbetaalde melkprijs in vergelijking met onze buurlanden?
We mogen fier zijn op de melkprijzen die we vorig jaar hebben kunnen uitbetalen. In vergelijking met de buurlanden hebben we sneller en grotere prijsstijgingen kunnen doorrekenen aan de boeren. Maar mirakels bestaan niet: dit was hoofdzakelijk te wijten aan het feit dat de zuivelindustrie in ons land sterk gespecialiseerd is in industriële producten en uitgerekend de prijzen van die producten scoorden vorig jaar heel goed op de wereldmarkt. Vorig jaar stond Milcobel met zijn melkprijs een aantal maanden aan de leiding in de internationale ranglijst die opgemaakt wordt door de Nederlandse landbouworganisatie LTO. Dat is een positieve zaak, ook al moet je dat nuanceren: de melkprijzen in landen zoals Italië en Finland zullen altijd hoger zijn dan bij ons. Italië kampt met een structureel melktekort, terwijl de Finnen met heel hoge productiekosten opgezadeld zitten.

Enkele jaren geleden heeft u gewaarschuwd voor de schaalgrootte in onze melkveehouderij. De gemiddelde quotumomvang in ons land bedraagt nu 253.000 liter. Maar Nederland heeft intussen de kaap van 500.000 liter overschreden en Denemarken die van 800.000 liter. Onze achterstand wordt alleen maar groter.
Het klopt dat we aan de alarmbel getrokken hebben in de periode dat de melkquotummobiliteit helemaal vastgeroest leek. Dat we met de schaalgrootte van onze melkveebedrijven intussen nog altijd in de buik van het Europese peloton zitten, is niet zo erg. Belangrijk is dat we competitief blijven op het vlak van onze productiekost, en op dat vlak scoren we relatief goed. En we hebben nog ruimte om schaalvergroting als troef uit te spelen. Ook technologische ontwikkelingen kunnen het rendement in de melkveehouderij nog aanzienlijk opdrijven. Door de stabiele prijzen van de voorbije decennia is de vindingrijkheid wat afgebot geraakt. In bijvoorbeeld de varkenshouderij waren technische vernieuwingen broodnodig om het hoofd boven water te kunnen houden.

Vreest de zuivelindustrie dat er ook na 2015 nog altijd melkquota zullen bestaan?
De melkquota zullen onherroepelijk verdwijnen. Er moet tegelijk aan twee voorwaarden voldaan worden om ze in leven te houden. Enerzijds moet de Europese Commissie hiervoor een voorstel lanceren, en dat zie ik niet gebeuren. Anderzijds zal er in de Landbouwraad een gekwalificeerde meerderheid nodig zijn om de huidige regeling te verlengen. Maar alleen het Verenigd Koninkrijk, Italië, Polen en Nederland beschikken al over een blokkeringsminderheid. En ook lidstaten zoals Tsjechië, Zweden en Denemarken zijn ronduit tegen de quota gekant. Bij ons is er onenigheid tussen het noorden en het zuiden van het land, waardoor België zich in dit dossier zal moeten onthouden.

Waarom maakt de zuivelindustrie zich dan nog zorgen over dit dossier?
18 lidstaten hebben vorig jaar hun quotum niet vol gemolken. In die landen heeft de markt de rol van prijsregulator nu al overgenomen. We zijn dus niet ongerust over de eindbeslissing van Europa, maar we dringen wel aan op een stabiel beleidskader voor de komende jaren. Dat er in 2011 nog eens een tussentijdse evaluatie komt van de ‘health check’, wekt weinig vertrouwen bij ondernemers die willen investeren. En dat de quota de komende jaren met telkens één procent verruimd worden, getuigt ook al niet van veel daadkracht. Met een ambitieus stappenplan tot 2015 zou onze zuivelindustrie zich perfect kunnen voorbereiden op het post quotumtijdperk. Uit studies blijkt dat de melkproductie in ons land dan met tien procent zou kunnen stijgen. Onze fabrieken moeten de kans krijgen om zich daarvoor klaar te stomen.

Bron:[www.vilt.be]

Deel dit artikel

Reacties

Onbekend
Volgens deskundige zit er al snel een grote resessie aan te komen.
Onbekend
Ze kunnen me nog meer vertellen, ik geloof er geen ene reet van.
Onbekend
fabel dat er op korte termijn niet meer melk is te produceren in de wereld is dus ook in ene opgelost. Frankrijk al 20% meer melk in eerste 3 mnd
Onbekend
Voedselcrisis is pas aan de gang, en dat blijft nog lang een grote ramp voor de wereldeconomie, dan hebben we nog nieteens over de onbetaalbare olie gesproken, kortom, raad zelf maar welke kant we opgaan...
Onbekend
heb van RMO gehoord dat de aanvoer snel minder wordt met deze droogte

Het laatste nieuws voor tijdens de koffie

Altijd op de hoogte blijven van nieuws met betrekking tot melkveehouderij , duitsland , lto , frankrijk , koeien , melk , melkpoeder , export , kalveren , melkprijs , campina , ierland , fusie , voer , europa , landbouwbeleid , gezondheid , melkproductie , denemarken , nieuwzeeland , melkveehouders , boter , boer , spotmarkt , europees , economie , milcobel , liberalisering , finland , zuivelmarkt , Actuele zuivelprijzen - Wat is de melkprijs nu? en rendement ? De Nieuwsgrazer nieuwsbrief wordt dagelijks verstuurd om 10:00. Meld je ook aan!