​​‘Minder diarree, evenveel luchtweginfecties’

Kalveren die minimaal 28 dagen op het melkveebedrijf blijven, hebben later op het kalverbedrijf minder vaak last van diarree, maar evenveel last van luchtweginfecties. “We hebben de melkveehouderij nodig om in de kalverhouderij stappen vooruit te zetten op het gebied van longaandoeningen”, zegt Arjen van Veenhuisen. Van Veenhuisen werkt als rundvee- en kalverdierenarts bij de praktijk AnimalCare. Hij was dinsdag 9 mei 2023 spreker op het symposium ‘Samen verbinden in de opfok van het kalf’. Farmaceut MSD en Denkavit hadden hiervoor een programma samengesteld waarin zowel melkveedierenartsen als kalverdierenartsen met elkaar van gedachten wisselden over de opfok van het jonge kalf.Dat oudere kalveren (>28 dagen) een grotere weerstand hebben tegen ziekteverwekkers die diarree veroorzaken, komt omdat ze op het melkveebedrijf al met die kiemen in aanraking zijn gekomen. Voor ziektekiemen die luchtweginfecties veroorzaken (zoals mycoplasma) geldt dat veel minder. Daarmee komen de dieren pas echt in aanraking als ze van veel bedrijven samenkomen op het kalverbedrijf. Dan leidt het alsnog tot luchtweginfecties, ook als de dieren 28 dagen of ouder zijn.Er is wel wat aan te doen. De beste maatregel is om kalveren op het melkveebedrijf te vaccineren tegen luchtweginfecties. Er zijn verschillende strategieën mogelijk: vaccins die vanaf een leeftijd van veertien dagen toegepast kunnen worden als halsenting en vaccins die vanaf dag 1 toegepast kunnen worden op het melkveebedrijf als neusenting, gevolgd door een halsenting op het vleeskalverbedrijf.Ook kunnen koeien op het melkveebedrijf gevaccineerd worden tegen ziekteverwekkers die diarree veroorzaken bij jonge kalveren. Honderd procent van de kalveren die op het melkveebedrijf kampt met diarree, krijgt op het kalverbedrijf last van luchtweginfecties, stelt Van Veenhuisen: “We hebben de melkveehouderij nodig om in de kalverhouderij stappen vooruit te maken.” Bijkomend voordeel van het toepassen van vaccinaties op het melkveebedrijf is dat ook de gezondheid van het jongvee verbetert.Dierenarts Ruben Tolboom van MSD ging tijdens het symposium dieper in op de biestgift van pasgeboren kalveren. Wanneer biest lang genoeg wordt doorgevoerd (tot en met de zesde melkbeurt) blijven de kwaliteit en grootte van de darmvlokken veel beter in tact dan wanneer er wordt overgeschakeld op 100 procent koemelk. Het gevolg van de goede kwaliteit darmvlokken is dat het aandeel antistoffen in het bloed van het kalf veel hoger is. Langer biest voeren, betekent dus een hogere weerstand tegen ziekten.