​Handel in starters houdt markt kalfsvlees stabiel

Voor het financieel rendement is een stabiele kalfsvleesprijs op het huidige hoge niveau belangrijk. De handel in starterkalveren speelt hierbij een cruciale rol.
Afhankelijk zijn van export, betekent ook dat overaanbod direct grote gevolgen heeft voor de prijsvorming van kalfsvlees. Daarom proberen Nederlandse integraties, slachterijen en handelaren het volume kalfsvlees af te stemmen op de verwachte vraag. De export van starters speelt hierbij een belangrijke rol.
In de zomermaanden is de consumptie van kalfsvlees het laagst. Dan willen slachterijen niet meer koppels slachtrijpe kalveren aangevoerd krijgen dan ze vlees kunnen verkopen. Invriezen van kalfsvlees wordt zo weinig mogelijk gedaan, zeker niet bij huidige hoge prijzen (blank 6,30 en rosé 5,20 euro per kg). Contractgevers en integraties lossen dit op door in het begin van het jaar een ronde starters te houden die in maart en april worden geëxporteerd. Hierdoor zijn deze dieren niet hartje zomer slachtrijp. Door in april/mei weer een ronde blanke kalveren op te zetten, is dit nieuwe koppel aan het eind van het jaar slachtrijp: het moment dat de vraag naar kalfsvlees het grootst is en het vlees op zijn duurst.

De levend geëxporteerde starters gaan voornamelijk naar Polen, Hongarije, Roemenië en Spanje waar ze worden gehouden voor het roodvleessegment. Deze dieren verdwijnen dus uit het segment kalfsvlees en zitten die consumptie niet meer in de weg. In de exportcijfers van RVO is deze tendens duidelijk zichtbaar. In maart 2022 gingen er 9.488 kalveren naar het buitenland en in april 8.576. In mei en juni 2022 is ook nog een licht verhoogde export waar te nemen, daarna ligt het aantal op gemiddeld vierduizend per maand. Met de export van starters wordt het volume Nederlands kalfsvlees door het jaar heen dus gestuurd om overaanbod en lage prijzen (met name in de zomer) te voorkomen. Ook in 2023 is deze trend zichtbaar.
De meest courante leeftijd en gewicht voor export van een starter is elf á twaalf weken en 120 kg per stuk. Naar welk land de starters gaan, is afhankelijk van de vraag. Zwartbonte starters zijn voor de Spaanse veehouders relatief duur. Zij kopen liever Belgische blauwe dieren waar ze nog veel vlees aan kunnen mesten. Zwartbonte stieren gaan voornamelijk naar het oosten van Europa. In Polen is nog een zeer traditionele stierenhouderij waar de dieren gehouden worden tot maximaal twee jaar. In Spanje worden de dieren gehouden tot een jaar en een paar maanden.
De vraag naar starters in Hongarije en Roemenië is vaak afhankelijk van andere handelsstromen. Het naburige Turkije is een grote netto-importeur van runderen en rundvlees. Wanneer dit land een tender uitschrijft om runderen of rundvlees in te kopen, spelen handelspartijen in Hongarije en Roemenië daar op in. Als de tender doorgaat, gaat er een grote partij dieren of vlees naar Turkije en komt er plaats voor starters uit Nederland. Ook de handel in levende dieren vanuit Hongarije/Roemenië naar Israël en het Midden-Oosten, kan de vraag naar starters in deze Oost-Europese landen doen toenemen.

Deel dit artikel

Het laatste nieuws voor tijdens de koffie

Altijd op de hoogte blijven van nieuws met betrekking tot duitsland , frankrijk , kalveren , rundvlees , veehouders , rendement , leeftijd , kalfsvlees , hongarije en nederland ? De Nieuwsgrazer nieuwsbrief wordt dagelijks verstuurd om 10:00. Meld je ook aan!

REACTIES
0
DEELNEMERS
0
WEERGAVES
0