Jan Anker wil deltaplan voor boeren.

Kaaskeizer Jan Anker wil deltaplan voor boeren
De veestapel moet niet verder krimpen, vindt topman Jan Anker van kaasgigant Royal A-ware. Hij wil dat het Rijk financieel bijspringt zodat de sector problemen met stikstof, ammoniak en fosfaten zelf kan oplossen.

Het kaaspakhuis van A-ware in Almere
Het kaaspakhuis van A-ware in AlmereFoto: Merlin Daleman voor het FD
In het kort
Topman Jan Anker van kaasconcern Royal A-ware wil geen inkrimping van de veestapel.Het familiebedrijf met €1,4 mrd omzet bouwt grote fabrieken in Nederland en daarbuiten.Voor die fabrieken is A-ware nog op zoek naar melk en melkveehouders.
Kaashandelaar Jan Anker, die met handel, verwerking, productie en vervoer van kaas vorig jaar €1,4 mrd omzette, geeft zelden interviews. Maar over de boerenprotesten wil hij wel iets kwijt. ‘We vinden het onterecht dat onze boeren de dupe worden van het stikstofprobleem. Als ergens efficiënt en met een hoog dierenwelzijn wordt gewerkt dan is het hier. Als in Nederland één koe weggaat, komen er ergens anders twee of drie terug. Hoe moeten we anders al die mensen in Afrika en Azië voeden?’
Royal A-ware, eigendom van de families Anker en Bouter die hun bedrijven in 2009 samenvoegden, is bij het grote publiek nauwelijks bekend. Maar het concern wist de Nederlandse zuivelmarkt de afgelopen vijf jaar flink op te schudden. Het bouwde grote zuivelfabrieken in Heerenveen waar anderhalf miljard liter melk wordt verwerkt tot kazen en andere zuivelproducten. Daarvoor trok het bedrijf honderden melkveehouders weg bij FrieslandCampina en andere zuivelcoöperaties.

Topman Jan Anker vindt het onredelijk dat de stikstofproblematiek nu op het bord van de melkveehouder ligt. 'Alles is gegroeid - Schiphol, het aantal auto’s en de bevolking -, maar niet de melkveehouderij. Rond 1990 waren er in Nederland 2,5 miljoen koeien en nu nog maar 1,6 miljoen. Daarmee is de sector het hardst op weg om de klimaatdoelen van Parijs te halen.' Hij wil niet zeggen dat er meer koeien bij moeten komen, maar wil zeker niet dat de veestapel verder inkrimpt. En hij vindt dat de individuele boer moet kunnen blijven groeien.

‘Zolang er discussie is over getallen en manieren van meten, moeten we geen bedrijven gaan sluiten’• Jan Anker
Deltaplan
De oplossing moet in zijn ogen komen van innovatie: bijvoorbeeld betere staltechnieken en mestbehandeling. ‘Als de overheid bereid is om mee te investeren dan moeten we in staat zijn om de uitstoot fors te reduceren.’ Sterker: als er een soort nieuw deltaplan komt voor de landbouw kan Nederland expertise opbouwen om problemen met ammoniak, fosfaat en stikstof niet alleen hier maar ook in andere landen op te lossen. Hij plakt liever geen bedrag op zo’n deltaplan.

Het uitkopen van boeren, dat veel partijen opperen als oplossing, ziet hij niet zitten. ‘Wij geloven dat warme sanering een doodlopende weg is. Dan keert het probleem weer terug, want we weten niet eens of het probleem hierdoor komt. In de fosfatencrisis zijn ook 150.000 koeien onnodig geslacht, omdat naderhand bleek dat we ruim onder de fosfaatgrens bleven. Zolang er discussie is over de getallen, normen en wijze van meten, die we onszelf hebben opgelegd, moeten we geen bedrijven laten verdwijnen.’

Een krimp van de veestapel zou niet gunstig zijn voor het bedrijf uit Lopik. Dat verwerkt in zijn Friese zuivelfabrieken melk van vele honderden melkveehouders en is nog steeds op zoek naar boeren die melk willen leveren. Maar Anker denkt dat zijn bedrijf wel bestand zou zijn tegen een inkrimping. Het valt te verwachten dat kleinere en oudere kaasfabrieken daar meer last van zullen krijgen dan de nieuwe en efficiënte fabrieken in Heerenveen.

Jan Anker, baas van kaasconcern A-ware, denkt dat de oplossing voor het stikstofprobleem moet komen uit innovatie, zoals betere staltechnieken en mestbehandeling.
Jan Anker, baas van kaasconcern A-ware, denkt dat de oplossing voor het stikstofprobleem moet komen uit innovatie, zoals betere staltechnieken en mestbehandeling.Foto: Merlin Daleman voor Het Financieele Dagblad
Zelf kaas produceren
Het familiebedrijf A-ware handelt al generaties lang in kaas en andere zuivelproducten, maar heeft de afgelopen vijf jaar honderden miljoenen geïnvesteerd in eigen kaasproductie. De aanleiding daarvoor was consolidatie in de zuivelmarkt. Toen Friesland Dairy Foods en Campina tien jaar geleden fuseerden tot FrieslandCampina, was dat voor de kaashandelaar reden om ook zelf kaas te gaan maken.

Het enorme fusiebedrijf FrieslandCampina bracht de markt uit evenwicht. A-ware dacht zijn marktpositie beter te kunnen behouden met eigen fabrieken. Daardoor kan het concern zijn klanten – grote supermarktketens, groothandels, industrie en foodservice – een groter productenpakket leveren. Het kan bovendien sneller innoveren voor zijn klanten en laten zien hoe de producten gemaakt worden. ‘Het gaat om de kortste route naar de consument.’

In 2015 opende A-ware op een terrein van 25 hectare in Heerenveen een fabriek waar nu jaarlijks anderhalf miljard liter melk wordt verwerkt tot kaas. Het Nieuw-Zeelandse Fonterra, het grootste zuivelbedrijf ter wereld, zette er een fabriek naast om van de vrijkomende wei ingrediënten te maken voor sportdranken of medicijnen. Na een uitbreiding van de kaasmakerij bouwt A-ware er nu ook een fabriek voor room en mozzarella, net zo groot als de bestaande kaasfabriek.

'We zijn blij dat we zelf zijn gaan produceren', zegt Anker. 'Als je een fabriek bouwt, investeer je als familiebedrijf in de toekomst. Er zijn niet veel bedrijven die dat doen.' Het bedrijf neemt al jaren genoegen met een bescheiden nettowinst van €18 mln en keert ook geen dividend uit. Bijna alles wat wordt verdiend, wordt geïnvesteerd. Bijvoorbeeld in mensen of het eigen transportbedrijf AB Texel, maar het meeste kapitaal is nodig voor fabrieken.

‘Als de boer een stabiele regelgeving krijgt en geholpen wordt dan zal de sector de huidige problemen oplossen’• Jan Anker
Werving van melkveehouders
Voor de kaasmakerij moest A-ware op zoek naar melkleveranciers. ‘Die melkveehouders zaten vaak al honderden jaren bij een coöperatie', zegt Anker. 'Klaas de Jong (directielid, red.) en ik hebben er heel veel werk aan gehad, vaak thuis bij de boer aan de keukentafel, om de melk aan ons te binden. Toen het bouwplan werd aangekondigd, hadden we nog geen liter melk. Toen negen maanden later de eerste paal de grond in ging, hadden we al een paar honderd miljoen liter melk.'

Dat vond Anker heel wat voor een nieuwkomer. Hij heeft veel verschillende redenen gehoord waarom melkveehouders, waarvan 85% aan FrieslandCampina levert, overstapten naar A-ware. De melkprijs was daarbij belangrijk, maar ook speelde mee dat de boeren zich bij A-ware niet hoeven in te kopen. Dat geld konden ze in hun eigen bedrijf stoppen. Voor anderen gaf weer de doorslag dat A-ware boeren minder voorschrijft hoe ze hun bedrijf runnen, zoals koeien verplicht in de wei zetten.

De omstandigheden hielpen ook een handje. Na ruim dertig jaar melkquotum mochten Nederlandse boeren in 2015 weer meer melken. 'De productie ging in twee jaar tijd van 11 miljard naar 14 miljard liter en er waren geen andere bedrijven die melk zochten', zegt Anker. FrieslandCampina zette zelfs een tijdje een boete op te veel geleverde melk, wat tot onvrede leidde. ‘Als wij destijds geen fabriek hadden gebouwd, dan hadden boeren melk in de sloot moeten laten lopen.’

Fabrieken in het buitenland
Na de bouw van fabrieken in Nederland heeft A-ware stappen gezet om ook buiten Nederland te groeien. Het begon enkele jaren geleden met een kaasfabriek in Italië. Daarnaast gaat A-ware in Ierland met Glanbia, de grootste zuivelcoöperatie van het land, voor €140 mln een kaasfabriek bouwen. Volgende maand gaat in het Zwitserse Simmental een fabriek voor bergkazen open, waar A-ware samenwerkt met de coöperatie Aaremilch.

'Dit soort investeringen komt op je pad. In Ierland groeit de melkproductie hard. De Ieren weten dat er een brexit op de stoep staat en dat ze fabrieken moeten bouwen. In Zwitserland bouwen we een fabriek om ons productenpakket uit te breiden met bergkazen.' De uitbreiding naar het buitenland moet volgens Anker niet gezien worden als een manier waarop A-ware zich indekt tegen het risico dat Nederland straks minder melk zal produceren.

'Nederlandse boeren weten zich de laatste dertig jaar al aan te passen aan nieuwe regels', zegt de ondernemer. 'Dat zullen ze ook nu doen. De afgelopen twee jaar was er geen duidelijke visie op de toekomst van de landbouw, maar als de boer een stabiele regelgeving krijgt en geholpen wordt dan zal de sector de huidige problemen oplossen. Ook dan zal er toekomst zijn voor de Nederlandse melkveehouder

Deel dit artikel

Reacties

Twentsch Land
Heb onlangs een vergelijkbaar boekje gelezen met een andere omvouw 😉
+1
kwarkje
Jongens en meisjes
Zullen we de lto hun feestje maar gunnen?
Ik zie hier het nut niet meer van

Het laatste nieuws voor tijdens de koffie

De Nederlandse landbouwsector staat bol van de ontwikkelingen. Elke dag worden er tientallen nieuwsberichten besproken en kennis gedeeld. De Nieuwsgrazer nieuwsbrief wordt dagelijks verstuurd om 10:00. Meld je ook aan!

REACTIES
2
DEELNEMERS
2
WEERGAVES
0